|
Bertha en Betsy de Vries in 1932 op het strand van Zandvoort.
Foto uit het archief van Niek Jan Grooff. |
|
Bertha de Vries heeft tot 22 januari 1943 in het Apeldoornse Bosch gewerkt.
Het Apeldoornse Bosch was een Joodse psychiatrische inrichting.
In de nacht van 21 op 22 januari is het door de bezetter ontruimd en zijn 1200 patiënten en een vijftigtal verpleegkundigen direct op transport gezet naar Auschwitz en daar direct bij aankomst vermoord.
Bertha de Vries is behoorde niet tot die groep verpleegkundigen, maar is op transport naar Westerbork gezet. Daar is zij op 28 januari dat jaar ingeschreven en op 2 februari op transport gezet naar Auschwitz en daar vermoord.
Deze kaarten vertellen meer.
Bertha heeft een administratieve opleiding gevolgd en volgens de kaart werkte ze op een kantoor. Zoals gezegd, de kaarten vertellen meer.
De bezetter vond het ongewenst dat in het Apeldoornse Bosch een gemengde staf werkte en daarom moesten alle niet-Joodse verpleegkundigen weg.
Ook Joods psychiatrische patiënten in andere d.w.z. gemengde ziekenhuizen moesten daar weg en werden overgeplaatst naar het Apeldoornse Bosch.
Maar ook Bertha mocht niet meer in een gemengde omgeving werken. Er was kortom een gebrek aan verpleegkundigen en een toestroom van psychiatrische patiënten in het Apeldoornse Bosch. Vandaar dat Bertha als leerling-verpleegkundige genoemd wordt.
Uit de tweede kaart blijkt dat er een "v-aanvraag" voor haar is ingediend.
Een "v-aanvraag" was er om vrijgesteld te worden van transport. Waarschijnlijk wilde men haar naar kamp Vught overplaatsen.
De aanvraag is echter twee dagen later ingediend dan dat Bertha op transport ging naar Auschwitz waar zij direct na aankomst werd vermoord.
Het Apeldoornse Bosch was een Joodse psychiatrische inrichting.
In de nacht van 21 op 22 januari is het door de bezetter ontruimd en zijn 1200 patiënten en een vijftigtal verpleegkundigen direct op transport gezet naar Auschwitz en daar direct bij aankomst vermoord.
Bertha de Vries is behoorde niet tot die groep verpleegkundigen, maar is op transport naar Westerbork gezet. Daar is zij op 28 januari dat jaar ingeschreven en op 2 februari op transport gezet naar Auschwitz en daar vermoord.
Deze kaarten vertellen meer.
Bertha heeft een administratieve opleiding gevolgd en volgens de kaart werkte ze op een kantoor. Zoals gezegd, de kaarten vertellen meer.
De bezetter vond het ongewenst dat in het Apeldoornse Bosch een gemengde staf werkte en daarom moesten alle niet-Joodse verpleegkundigen weg.
Ook Joods psychiatrische patiënten in andere d.w.z. gemengde ziekenhuizen moesten daar weg en werden overgeplaatst naar het Apeldoornse Bosch.
Maar ook Bertha mocht niet meer in een gemengde omgeving werken. Er was kortom een gebrek aan verpleegkundigen en een toestroom van psychiatrische patiënten in het Apeldoornse Bosch. Vandaar dat Bertha als leerling-verpleegkundige genoemd wordt.
Uit de tweede kaart blijkt dat er een "v-aanvraag" voor haar is ingediend.
Een "v-aanvraag" was er om vrijgesteld te worden van transport. Waarschijnlijk wilde men haar naar kamp Vught overplaatsen.
De aanvraag is echter twee dagen later ingediend dan dat Bertha op transport ging naar Auschwitz waar zij direct na aankomst werd vermoord.
